Lesbische, homoseksuele, bi+, transgender en intersekse (LHBTI-Plus) personen met een beperking ervaren nog te vaak letterlijke en figuurlijke drempels. Dat stelt kennisinstituut Movisie.

Activiteiten gericht op LHBTI-Plus personen zijn vaak niet toegankelijk voor personen met een beperking en deze groep is vaak minder zichtbaar. Daarnaast zijn sekse-, seksuele- en genderdiversiteit niet altijd bespreekbaar met zorgprofessionals. Dat blijkt uit de nieuwe handreiking ‘De positie van lhbti+ personen met een beperking versterken’ van Kennisinstituut Movisie.
Uit onderzoek van Movisie blijkt ook dat Regenbooggemeenten, gemeenten met een actief beleid voor de acceptatie van LHBTI-Plus personen, nog te weinig specifieke aandacht hebben voor LHBTI-Plussers met een beperking .
In Nederland leven 80.000 tot 140.000 LHBTI-Plussers met een beperking. Deze groep is zeer divers en hun behoeften verschillen sterk van elkaar. De diverse groep ervaart belemmering in toegankelijkheid, zichtbaarheid, negatieve ervaringen rondom het contact met zorg- en welzijnsprofessionals en barrières tot zorg.
Ontoegankelijk en onzichtbaar
LHBTI-Plussers met een beperking ervaren dat activiteiten niet goed toegankelijk zijn, omdat er bijvoorbeeld geen rolstoelvriendelijke ingang is of omdat er geen voorzieningen zijn voor dove of slechthorende Nederlanders. Daarnaast kan een omgeving voor overprikkeling zorgen bij personen met autisme en men ervaart ontoegankelijke communicatie en taalgebruik.
Niet serieus
De ervaringen in het contact met zorgprofessionals wisselt bij LHBTI-Plussers met een beperking. Sommigen hebben niet of nauwelijks contact met hen, terwijl anderen voor hun dagelijkse levensbehoeften volledig afhankelijk zijn van zorg- en welzijnsprofessionals. Zo ervaren sommigen dat ze niet serieus genomen worden door zorgprofessionals, mede omdat zorgprofessionals soms een bepaald beeld hebben van mensen met een beperking dat gebaseerd is op vooroordelen.
Gemeenten
Als gemeente kun je een aantal dingen doen. Stimuleer samenwerking tussen de beleidsadviseur die verantwoordelijk is voor LHBTI-Plussers met een beperking en de beleidsadviseur die verantwoordelijk is voor de uitvoer van het VN-verdrag en/of toegankelijkheid. Benoem daarnaast LHBTI-Plussers met een beperking in het Regenboogbeleid als een specifieke groep die extra aandacht nodig heeft.
Meer aanbevelingen zijn te vinden in de handreiking ‘De positie van lhbti+ personen met een beperking versterken’.
(Bron en afbeelding: Movisie)
Categorieën:Nieuws