Lille is de meest Vlaamse stad van Frankrijk

Eigenlijk heet Lille gewoon Rijsel. De naam van de stad in het noorden van Frankrijk komt uit het Latijn: Isla. En of je nou Frans of Nederlandstalig bent, het maakt niet uit, dat isla verwordt tot Lille. Of Rijsel.

Met name in de oude binnenstad vormen de eeuwenoude panden het decor voor schrijnende contrasten: enerzijds de decadentie van de dure winkels, toeristen die flaneren in hun cabrio’s over de kasseien van de straatjes langs de pleinen en anderzijds de bedelaars die al dan niet met een accordeon of fluit proberen te profiteren van het rijkere deel van de natie.

Veel kroegen in Lille, het is tenslotte een grote stad. Als je alle kernen om Lille meetelt kom je op zo’n 1.250.000 inwoners. Lille heeft de naam gay-vriendelijk te zijn. Jaarlijks is er de Marche de Fierté, de mars der trots –zeg maar de gay-pride. De gay-vriendelijke kroegen zijn te herkennen aan de SNEG-regenboogsticker op de deur, de sticker van het Syndicat National des Enterprises Gaies. Als je er op let zijn er het best veel. Er is een handige kaart van Lille waar alle homo en homovriendelijke bars, clubs, sauna’s en restaurants op te vinden zijn.

De Rue de Gand telt maar liefst 24 restaurants en bars. Toen Lille nog een havenstad was, waren in de Rue de Gand de hoeren van de stad te vinden. De haven is gedempt, maar de hoeren zijn er nog steeds. Net buiten de stadspoort in de Rue de Gand bij de kazerneterreinen tippelen de dames van plezier, nauwlettend in de gaten gehouden door hun pooiers in hun auto’s. In de restaurants is het goed toeven; de keuze is groot: van goedkope, huiskamerachtige restaurants tot de duurdere trendy etablissementen. Ook de variëteit aan bars is groot. Soms met live-muziek, maar altijd gezellig. Le Coming-Out aan de Rue de Gand is natuurlijk niet te missen. Een bar met een beetje COC-uitstraling, met attent en vriendelijk personeel. En met veel vrouwelijke bezoekers.

In Le Coming Out aan de Rue de Gand zit Guillaume aan de bar. Hij is 31, komt uit een slaperig stadje in de Auvergne. Hij heeft het idee daar de “only gay in the village” te zijn. Hij is op bezoek bij een vriendin, maar die ligt al in bed. Guillaume vindt het nog te vroeg om te gaan slapen en wil het gayleven in Lille wel eens meemaken. Eigenlijk is hij beeldend kunstenaar, maar hij schrijft tegenwoordig toneelstukken. Drie heeft hij er al geschreven. De stukken gaan over het leven in al zijn facetten. Eén wordt er momenteel in Parijs opgevoerd. Daar is hij best trots op. Om de kost te verdienen is hij kapper. Die middag heeft hij Brugge bezocht en morgen wordt het een dagje Brussel. Daarna moet hij weer terug naar huis in de Auvergne.

Lille is een studentenstad. Veel jonge mensen op straat. In de schaarse parken komen ze bij elkaar om te praten, te luieren en te genieten van de zon. Het parkje bij de Notre Dame is de plek waar je moet zijn als het weer het toelaat.

Dat Lille weinig groen heeft, komt door het feit dat Lille een vestingstad is en er met ruimte gewoekerd moest worden. Overal waar het kon werd gebouwd en dat is door de eeuwen heen niet veranderd. Je ziet in de winkelstraten de oude bebouwing achter de winkels. Vaak zijn de huisjes aan elkaar getrokken tot één zaak, maar de oude bogen herinneren aan vroeger tijden. Let er maar eens op als je in Lille een winkel binnenloopt.

Wie iets heeft met oude boeken doet er goed aan het oude beurs gebouw eens binnen te lopen. Daar wordt elke dag op de binnenplaats een boekenmarkt gehouden. Ook zijn er oude munten en oude ansichtkaarten te koop. Ook prima geschikt als decor voor trouwfoto’s. De binnenplaats is te bereiken via vier toegangspoorten. Het gebouw dateert uit 1652 en werd in 11 maanden en 18 dagen gebouwd in opdracht van 24 rijke handelaren die in een heftige concurrentiestrijd verwikkeld waren met handelaren uit Antwerpen en Amsterdam.

Het Place du General De Gaulle is het belangrijkste plein van het oude Lille. Dat was het al voordat het vernoemd werd naar De Gaulle in 1944: het was het marktplein waar handelaren bij elkaar kwamen voor het beursgebouw werd gebouwd. Tegenwoordig is het plein het plein waar je moet zijn om te zien en gezien te worden. Dat kan op de rand van de fontein midden op het plein, met in het midden het standbeeld van La Colonne de la Déesse, Dat standbeeld werd opgericht in 1845 als herinnering aan de strijd tegen de Oostenrijkers.

Zien en gezien worden kan natuurlijk ook prima op een van de vele terrasjes op het plein.

Luister hier naar de Roze Golf van 31 mei 2009 voor een rondleiding door Lille:

Foto’s: Wim Eeftink

Voor meer informatie:

Maison de la France: 0900 – 1122332 of via www.franceguide.com



Categorieën:Reisverhalen

%d bloggers liken dit: